Om maaltijden te koken heb je de keuze uit verschillende kooplaten. Op gas, elektrisch, losstaand – die je op het werkblad (aanrecht) zet – en ingebouwd in het werkblad.
Gaskookplaat

Als je op gas kookt, verhit een gasbrander de pan. Je regelt de intensiteit van het vuur door met een knop meer of minder gas toe te voeren.
Klassiek elektrisch kookplaat

Een elektrische kookplaat met gietijzeren verwarmingselementen kom je niet zo vaak meer tegen. Het duurt lang voordat de plaatjes warm zijn of juist weer afgekoeld. De temperatuur is wat lastiger te regelen omdat de kookplaten maar een paar standen hebben.
Keramische kookplaat

De keramische kookplaat maakt gebruik van verwarmingselementen die elektrisch worden verwarmd. Op de plaat zijn verschillende kookzones aangegeven. Omdat de verwarmingselementen opwarmtijd nodig hebben, duurt het even voordat je kunt koken en bakken. Eenmaal warm, kleuren de elementen rood.
Inductiekookplaat

Heb je koude handen, dan krijg je ze warm door te wrijven. Wrijving zorgt voor warmte! In een inductiekookplaat gebeurt iets gelijks. Daar wordt de wrijving veroorzaakt door een magnetisch veld. Onder het glazen oppervlak van de kookplaat zitten spoelen van koperdraad. Als daar stroom doorheen gaat, ontstaat dit magnetisch veld. Dit veld zorgt ervoor dat metaaldeeltjes in de bodem van de pan gaan bewegen. Door de wrijving van die bewegende deeltjes ontstaat de warmte waarmee je kookt.
Je kunt bij inductiekoken alleen pannen gebruiken die magnetisch zijn. Je test dit door een magneetje tegen de bodem van de pan te houden. Blijft die ‘plakken’, dan is de pan geschikt voor inductie.
Gaskookplaten werden vroeger vaak gecombineerd met een gasoven: het gasfornuis. Nu is de oven elektrisch en in combinatie met een inductiekookplaat noemen we het: fornuis.
Energieverbruik
Bij het koken verwarm je niet alleen de inhoud van de pan, maar ook de pan zelf en de kookplaat. Er is daardoor meer energie nodig om een maaltijd te bereiden. Het opwarmen van een pan kost ongeveer 0,2 kWh per keer. Dit verlies heb je zowel bij gas, elektrisch als inductie.
Besparingstips
Een aantal tips om (nog) zuinig(er) om te gaan met energie tijdens het koken.
- Laat bevroren eten ontdooien voor je gaat koken.
- Zet de kookplaat pas aan ná alle voorbereidingen.
- Gebruik een klein laagje water tijdens het koken.
- Gebruik pannen die groter of even groot zijn als de pit of kookzone.
- Kook met de deksel op de pan: een deksel houdt de warmte in de pan.
- Maak gebruik van een gaarkast, een geïsoleerde lade om de pan in te zetten nadat de inhoud op temperatuur is gebracht. De maaltijd gaart nog lange tijd na en nagaren kost geen energie.
- Gebruik, op elektrische kookplaten, pannen met een vlakke bodem.
- Zet, bij een elektrische kookplaat, de plaat eerder uit. De kookplaten warmen nog even door.
- Zet, als je een losse elektrische/inductie kookplaat gebruikt, stand-by uit.
Koken op elektriciteit
Er zijn twee – eigenlijk drie – manieren van koken met een elektrische kookplaat. Het hangt ervan af wat jij, de gebruiker, wil. Uitgebreid koken met alle pannen ‘op het vuur’, af en toe een pannetje verwarmen, een eenpansgerecht bereiden of een eitje bakken. Dit bepaalt de keuze voor gebruik van een standaardstopcontact of een 2 of 3-fasen aansluiting in de meterkast. Hierbij is van belang dat de aansluiting ‘schoon’ is, dat wil zeggen dat er geen andere apparaten gebruikmaken van dezelfde groep als de kookplaat.
Koken op 1-fase (standaardstopcontact)
Voor wie niet teveel eisen stelt en af en toe ‘een pannetje kookt’, kan volstaan met koken op 230 Volt. Deze kookplaten, met een gewone randaardestekker, hebben vaak maar één of twee pitten. Er zijn ook 4-pits kookplaten met een randaardestekker, maar daarbij kun je niet alle kookzones voluit gebruiken. De kookplaat regelt meestal zelf de intensiteit per zone als je er meer gebruikt.
Koken op 2-fasen
Bij koken op 2-fasen zijn twee groepen in de meterkast samengevoegd om meer power (2 x 230V) te geven aan een elektrisch fornuis of kookplaat. Je kunt hierbij alle kookzones, zonder beperkingen, gebruiken. Voor de meeste huishoudens voldoet koken op 2-fasen.
Je kunt de 2-fasenkookplaat direct laten aansluiten in de meterkast of via een 5-polige perilex-stekker en -stopcontact in de keuken. Dit lijkt een krachtstroomaansluiting maar hiervan is pas sprake bij een 3-fasenaansluiting.

Let op: laat een vakman een 2-fasenaansluiting aanleggen!
Koken op 3-fasen (krachtstroom)
Door drie groepen in de meterkast samen te voegen krijg je een zogenaamde 3-fasenaansluiting (380V). Beter bekend als: krachtstroom. Of je dit nodig hebt, hangt af van de kookplaat/fornuis.
In de meeste gevallen geldt: 1 fase per kookzone (kookzone bestaat vaak uit twee ‘pitten’). Bij een 3-fasenaansluiting met twee kookzones, geef je een kookzone een boost voor beide pitten!
Bedenk eerst of koken en bakken op krachtstroom, in jouw geval, noodzakelijk is. In de meeste gevallen volstaat, voor thuis, een 2-fasenaansluiting. Dit heeft bovendien als voordeel dat het eenvoudiger/goedkoper is aan te leggen.
Je kunt de 3-fasenkookplaat direct in de meterkast laten aansluiten of via een 5-polige perilex-stekker en -stopcontact in de keuken.

Let op: voor een 3-fasenaansluiting moet je een vakman inschakelen!