In Nederland verwarmen we onze huizen meestal via centrale verwarming. Een centrale verwarming bestaat uit vier onderdelen:
- Cv-ketel: verwarmt het water meestal met een gasbrander, soms met stroom.
- Aan- en afvoerleidingen: brengen het (warme) water naar en van de radiatoren.
- Radiatoren: geven de warmte af aan de ruimte.
- Expansievat: regelt de waterdruk in het cv-systeem.
Cv-ketel
In de cv-ketel wordt meestal aardgas verbrand om water te verwarmen. Dat warme water wordt, via leidingen, naar de radiatoren gepompt om zo de verschillende ruimtes in huis te verwarmen.
Leidingen
Een radiator heeft meestal twee leidingen: een aanvoerleiding voor warm water en een retourleiding voor koud(er) water. Bij goed ingeregelde radiatoren is de retourleiding ongeveer twintig graden koeler dan de aanvoerleiding!
Radiatoren
De warmteverspreiders in huis. Radiatoren geven op drie manieren warmte af aan elke ruimte:
- Luchtstroming (convectie): het grootste deel van de verwarming. De radiator verwarmt de lucht eromheen. Warme lucht stijgt op en zuigt – aan de onderkant – koele lucht aan.
- Straling (radiatie): als je bij een radiator in de buurt bent, voel je de warmte die hij uitstraalt.
- Geleiding (conductie): dit merk je als je de radiator aanraakt, de warmte wordt naar je lichaam geleid. Hetzelfde geldt voor de beugels waarmee de verwarming aan de muur is bevestigd. Die worden warm en geleiden de warmte naar de muur.
Expansievat
Het expansievat (expansie betekent: uitzetten) zorgt ervoor dat het water in het systeem blijft. Als water warm wordt, zet het uit. Het expansievat reguleert die druk: het vangt het water op om te voorkomen dat, bijvoorbeeld, leidingen gaan lekken.