Wil je het warm krijgen? Zet de thermostaat wat hoger, steek de open haard aan of je trekt een warme trui aan. Met de laatste optie verwarm je niet, maar houd je warmte vast (isolatie): de warmte van je lichaam. Maar welke manieren van verwarmen heb je eigenlijk, en hoe voel je de warmte? Dat kan op drie manieren:
- Geleiding (conductie): overdracht van warmte door contact. Houd je hand tegen een radiator en je voelt de warmte. Of denk aan de steel van een pan op een kookplaat: de pan wordt warm en daarmee de steel ook. Hetzelfde geldt voor een lepel in een kom hete soep. Pak hem vast en jij voelt de hitte!
- Straling (radiatie): warmte die je voelt als je dichtbij een warm oppervlak staat, zoals een radiator of dichtbij een kampvuur. Je voelt de warmte die het uitstraalt. Bij een krachtige warmtebron, zoals de zon, voel je de straling zelfs op afstand!
- Stroming (convectie): overdracht van warmte door stroming van een vloeistof of gas. Die vloeistof kan bijvoorbeeld water zijn, zoals in een radiator, maar ook de lucht in de kamer.
